Hoe werken zonnepanelen ?

Zonnepanelen werken vrij eenvoudig. Ze zijn gemaakt van de grondstof silicium en kunnen zonne-energie omzetten in elektriciteit. Deze elektriciteit is precies hetzelfde als de stroom die u van uw energiemaatschappij (grijze of semi-groene stroom) afneemt. Een zonnepanelen systeem bestaat uit:

  • A) Zonnepanelen Zonnepanelen moeten idealiter op het zuidoosten of zuidwesten gericht zijn en met een bijbehorende hellingshoek tussen de 15° en 60° op het dak geplaatst moeten worden. Het zonlicht dat op de panelen valt, wordt rechtstreeks omgezet in elektriciteit.
  • B) Omvormer(s) De geproduceerde gelijkstroom wordt via een zonnepanelen omvormer omgezet naar wisselstroom die u direct kunt gebruiken.
  • C) Meterkast Afhankelijk van uw elektriciteitsverbruik zal al het overtollige stroom het elektriciteitsnet ingevoerd worden. Uw meter zal dan terugdraaien, bv. overdag als er geen apparaten in gebruik zijn. Als uw stroomproductie via uw zonnestroomsysteem aan het einde van het jaar even groot is als uw werkelijk stroomverbruik, zal uw energiefactuur min of meer op nul staan.

Zonnepaneel

Een zonnepaneel of fotovoltaïsche paneel, kortweg pv-paneel is een paneel dat zonne-energie omzet in elektriciteit, reden waarom een groot aantal fotovoltaïsche cellen op een paneel wordt gemonteerd. In de praktijk werkt men meestal met standaardpanelen van bijvoorbeeld 60 vierkante zonnecellen van elk 156 mm zijde, wat overeenkomt met een afmeting van het paneel van ongeveer 1,6 m². In het normale spraakgebruik is het zonnepaneel een vlakke plaat waarop meerdere fotovoltaïsche zonnecellen zijn geplaatst om elektrische energie mee op te wekken. Het woord zonnepaneel wordt soms ook gebruikt voor de zonnecollectoren die alleen de warmte van de zon gebruiken.

Er bestaan drie soorten panelen: monokristallijne, polykristallijne en amorfe zonnepanelen.

Monokristallijn: de zonnecellen in een monokristallijn zonnepaneel bestaan uit één kristal. Het oppervlak van monokristallijne zonnecellen heeft geordende elektroden en is egaal zwart. Deze zonnepanelen hebben het hoogste rendement. Monokristallijne zonnepanelen hebben enkele procenten meer opbrengst dan polykristallijne. Deze panelen zijn weliswaar duurder in aanschaf, maar hebben een hoger rendement per oppervlakte.

Polykristallijn: in een polykristallijn zonnepaneel bevinden zich zonnecellen die bestaan uit meerdere grove kristallen. Een polykristallijne zonnecel vertoont een soort gebroken schervenpatroon. De polykristallijne zonnepanelen zijn gunstig geprijsd en bieden een redelijk hoog rendement. Ze hebben iets minder rendement dan monokristallijne zonnepanelen. Wanneer er genoeg ruimte op een dak aanwezig is, is dit de beste keuze.

Amorf: in een dunne-film zonnepaneel wordt amorf silicium gebruikt. Amorfe zonnepanelen bevatten geen kristallen maar poeder, waardoor ze zeer buigzaam zijn. De amorfe zonnepanelen geven het minste rendement van de drie verkrijgbare zonnepanelen.